Een paar maanden geleden heeft er in het leven van Kai een ingrijpende gebeurtenis plaats gevonden. Zijn wereld is hierdoor flink veranderd. Zijn ouders melden hem aan vanwege zijn opstandige, fatalistische gedrag. In de spelkamer kan Kai zich ontspannen en hij geniet hij van de aandacht. Al snel wordt duidelijk dat hij helemaal vast zit in zijn emoties. Zijn angst en verdriet zijn voelbaar, maar erover praten wil hij niet: ‘Dan ga ik huilen en mannen huilen niet’. Al spelend laat Kai me toch zien wat hij bedoelt. Van het kinetisch zand bouwt hij spontaan een berg met daarop een toren. Dan steekt hij het klei-mesje in de berg. De gevoelspop krijgt een boos gezicht en een verdrietig gezicht in de buik. Hij zet de pop zonder iets te zeggen voor het kleimesje. ‘Dat wil je niet meer’, verwoord ik. Kai laat een heel klein knikje zien. Een paar dagen later belt zijn moeder. Kai heeft thuis gesproken over zijn gevoel; ‘mama, ik voel me verdrietig in mijn buik, maar ik laat een boos gezicht zien’. Er is een start gemaakt, Kai kan praten over zijn gevoel en beginnen met verwerken. Geweldig, die kracht van het spel!